Do. 3 november, een dagje Pushkar - Reisverslag uit Pushkar, India van Jan Molenveld - WaarBenJij.nu Do. 3 november, een dagje Pushkar - Reisverslag uit Pushkar, India van Jan Molenveld - WaarBenJij.nu

Do. 3 november, een dagje Pushkar

Door: Jan Molenveld

Blijf op de hoogte en volg Jan

20 December 2011 | India, Pushkar

We willen weer naar de kamelenmarkt dus heeft André een jeep geregeld die iets later dan de afgesproken tijd komt aanzetten. Dat komt doordat er ook drie amerikanen moeten worden opgehaald en dus zit de jeep vrij vol. Het is om zes uur ‘s morgens nog donker maar dat belet de chauffeur niet om pittig te rijden, ik moet mijn hoed goed vasthouden. We worden afgezet bij het “stadion” waar we gisteravond zaten te wachten worden we afgezet. In het donker heerst er een mystieke sfeer over het kamelengedeelte van de markt, het was daarom een goede keuze om zo vroeg op te staan. Geleidelijk wordt het lichter en na de kamelenmarkt te hebben gefotografeerd gaan we ook nog bezig met de paardenmarkt. Op een gegeven moment hoor ik achter me en in een vreemde taal een paar overstaanbare kreten van iemand die me waarschijnlijk blijkbaar wil waarschuwen voor naderend gevaar. Dat gevaar blijkt te bestaan uit een kameel die me bijna omver loopt en die de eerste is van een kleine karavaan met uitsluitend te dikke westerse toeristen als berijders die al schommelend aan het “fotografen” zijn. “Bloudy tourists” roep ik naar boven en kennelijk zijn het toeristen die dat verstaan want er word beminnelijk naar me geglimlacht. Tegen 9 uur houden we het voor gezien en gaan de stad in. Al slenterend door de vele straten, steegjes en pleinen komen we tot de ontdekking dat deze stad bijzonder fotogeniek is. Om een uur of 11 zoeken we weer een rooftoprestaurant op om wat te gaan drinken. “Out of the bleu” is blauw geschilderd en word niet voor niets aanbevolen door Lonely Planet ontdekken we want er zitten veel westerse toeristen.

Pushkar zou een typisch dorpje uit het Indiase plattenland zijn ware het niet dat de stad door de Hindoes wordt beschouwd als een heilige stad en een belangrijk pelgrimsoord. Het stadje is gebouwd rondom het heilige Pushkarmeer en volgens een legende dankt het meer zijn bestaan aan Brahma, die een lotusbloem liet vallen op de plaats waar vervolgens een heilige bron ontstond. Duizenden pelgrims bezoeken elk jaar het heilige meer in de buurt van de stad om er zich in onder te dompelen. De enige tempel die in India is gewijd aan Brahma, de Jagatpitatempel uit de 14e eeuw, staat dan ook in deze stad. Van de vele Hindoeïstische tempels in Pushkar is de Brahmatempel dan ook de belangrijkste. Bij de ingang staat een gans, Brahma’s persoonlijke dier. Over de gehele wereld zijn er overigens maar een paar tempels die aan deze god zijn toegewijd.

Op onze zwerftocht door de stad komen we ook bij deze tempel maar als ik via een mooie poort naar binnen loop nadat ik mijn schoenen heb uitgedaan word ik door een bewaker tegen gehouden. “Not for foreigners” zegt hij en wijst naar een wel erg hoog hangend bordje waar dat inderdaad op staat. Jammer maar het is niet ander en ik moet me beperken tot foto’s die ik vanaf de poort kan maken. We besluiten om dan maar naar het meer te lopen maar raken in eerste instantie de weg kwijt en raken wat buiten de stad. Op de terugtocht spreekt een jongeman me aan en sopt wat rode bloemblaadjes in mijn linkerhand. Ik ben daar niet van gediend en wil die bloemblaadjes teruggeven maar hij dingt aan en zegt dat ik naar de over van het meer moet lopen. Hij wijst de weg en dan blijkt dat er verschillende toegangen naar het meer zijn maar dat we ze allemaal voorbij zijn gelopen. Bij een soort Ghat bij het meer aangekomen stelt de jongeman me voor aan een oudere man die zo te zien hier een functie bekleed. Die zegt dat het meer heilig is maar als ik mijn schoenen uit doe neemt hij me mee naar de rand om uitleg te geven. Ik wil graag naar die rand om daar Hindoe’s te fotograferen die bloemblaadjes in het meer gooien en ik denk: nou vooruit dan maar, en loop met hem de trappen af. Maar dan begint de ellende. Ik moet gaan zitten, krijg een klein schaaltje in mijn handen met voor mij onbekende ingrediënten, en hij vraagt dan naar mijn naam. “Jan Molenveld” zeg ik naar waarheid. “And what is the name of your children” vraagt hij. “Meike en Menno” antwoord ik eveneens naar waarheid. “The name of your parents?” vraagt hij vervolgens. Die zijn al overleden denk ik maar ondanks de opborrelende tegenzin antwoord ik ook hier naar waarheid. “Gerrit en Jaantje” zeg ik. “Don’t feel obliged to pay anything” zegt de man vervolgens, “but if you give me about 1000 or 2000 Roepi’s I will pray for your parents and children. Mijn opborrelende tegenzin gaat over in de een soort overkookstand en ik krijg neigingen om de vent in het meer te gooien en hem er alleen weer uit te halen tegen een vergoeding die afhankelijk is van het aantal familieleden. Het alternatief bestaat er gelukkig uit om zonder enige vorm van afscheid het schaaltje ver weg te gooien, de trappen weer op te lopen en met de schoenen in de hand kwaad weg te open. Nadat ik zo’n honderd meter heb gelopen, ik was blijkbaar echt kwaad, doe ik mijn schoenen weer aan en ga terug naar de winkelstaat waar we uit kwamen. André heeft het hele tafereel gevolgd en schreeuwt de bloemenmannetjes nog wat waarschuwingen toe waarvan ze toch wel schrikken.
Na deze “ceremonie” heeft het Hindoeïsme, hoe fotogeniek het ook is, voor mij afgedaan.

Na een koel drankje in de winkelstraat koelt mijn woede een beetje af en gaan via een een kermis in opbouw weer terug naar de kamelenmarkt om daar tot zonsondergang te fotograferen. Het is moeilijk om hier uitgefotografeerd te raken. Tegen de schemering worden hier en daar vuurtjes van gedoogde koeien- of kamelenvla gestookt waar ook op word gekookt. Meisjes zijn balletjes kamelenmest aan het oprapen die in manden op hun hoofd word gegooid. Deze mest zal ook als brandstof worden gebruikt. Voor niet iedereen is het kamelenfestival in ieder opzicht ook een echt festival. In de eettent op het Royal Safari kamp blijkt uit de eetlust dat we vandaag erg actief zijn geweest, ik schep zelfs drie keer op en drink twee flesjes (van 650 ml) bier. Tijdens het diner bedenk ik me niet alleen hoe groot de contrasten binnen India zijn maar ook het contrast met de verwende westerse toerist die zijn buikje iedere dag rond eet. Ik slaap er echter niet minder om.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan

Jan Willem Molenveld

Actief sinds 27 Sept. 2011
Verslag gelezen: 946
Totaal aantal bezoekers 47807

Voorgaande reizen:

18 Oktober 2011 - 13 November 2011

Een reis met Sawadee

Landen bezocht: