Woensdag 9 november, rattentempel en nachttrein - Reisverslag uit Bikāner, India van Jan Molenveld - WaarBenJij.nu Woensdag 9 november, rattentempel en nachttrein - Reisverslag uit Bikāner, India van Jan Molenveld - WaarBenJij.nu

Woensdag 9 november, rattentempel en nachttrein

Door: Jan Molenveld

Blijf op de hoogte en volg Jan

27 December 2011 | India, Bikāner

‘s Morgens is er gelegenheid om mee te gaan naar de Karni Mata rattentempel in het dorpje Deshnok, dat ongeveer 35 km buiten de stad ligt. Karni Mata is de beschermheilige van het tempelcomplex en van de streek. Duizenden ratten die door de Hindoes als reïncarnaties worden beschouwd en dus heilig zijn, bevolken de tempel. Als er tijdens de rondgang door het complex ratten over je voeten hebben gelopen ben je gezegend en zul je geluk hebben. Witte ratten, die schijnen er ook te zijn, brengen het meeste geluk. Niet iedereen trekt het vooruitzicht om met blote voeten (dat is verplicht) op een rat te kunnen trappen aan dus zijn we niet me de volledige groep. De schoenen geven we af bij de schoenenbewaaksters in een gebouwtje tegen over de tempel maar de sokken houd ik aan. Yacine adviseert om die na het bezoek aan de tempel uit te trekken en weg te gooien. Je weet tenslotte niet of je in de tempel ziektes kunt oplopen. Mensen met een wondje aan de voeten word dan ook afgeraden om de tempel binnen te gaan. Voor het bezoek aan de tempel koop iedere Indiër “prasad”, en dat betekend gezegend voedsel. Dat bestaat uit allerlei zoetigheden met melk en suiker en in de vorm van een balletje of een ruitje, vaak beplakt met ouwel (eetpapier), of gevuld met pistache noten. Van prasad mag overigen pas worden gesproken als het bij het beeld van Karni Mata binnen in het complex door één van de priesters is gezegend. Daarna moet de prasad' uitgedeeld worden om zo de positieve energie van de godin die in het voedsel is gebracht, te verspreiden.

Het is druk in de tempel en we moeten niet alleen betalen maar ook geduldig tussen de autochtonen in een lange rij staan. In de toegangsruimte zit een mannenkoor op de hurken geestelijke liederen te zingen. Ik weet niet of die zithouding de oorzaak is maar echt melodieus klinkt het voor mij niet. Voor de Indiërs en de ratten waarschijnlijk wel, de laatsten vluchten er in ieder geval niet voor weg. De tempel blijkt niet alleen overbevolkt door de ratten maar ook door de bezoekers want af en toe komen we nauwelijks vooruit. Fotograferen is door al die drukte ook moeilijk, steeds loopt er iemand voor de lens. Centraal in de tempel is een kamertje waar het bulkt van de devote Indiërs dus ik vermoed dat daar de prasad-inzegenings ruimte is. Al schuifelende slaag ik er in om binnen toch wat sfeerfoto’s te maken. Bijzonder vind ik een foto van ratten die zij aan zij en zonder ruzie op de rand van een grote schaal melk drinken. Ook buiten zijn ratten te fotograferen en daar is het licht gelukkig beter. Ik vind het niet alleen uiterst merkwaardig dat ratten als reïncarnaties worden beschouwd maar nog merkwaardiger dat die reïncarnaties zo overmatig worden verwend dat ze door hart- en vaatziekten nooit de voor ratten geldende pensioengerechtige leeftijd bereiken. Ik vraag me ook af wat ze met een overleden reïncarnatie doen. Cremeren langs de over van de Ganges?

Na het bezoek aan de tempel trek ik de sokken niet uit, ik ben tenslotte van die naoorlogse generatie die nooit iets waardevols weggooit. Mijn vrees dat ik door de chaos in het schoenverzamelgebouwtje mijn hoge schoenen niet terug zou kunnen krijgen word niet bevestigd. Autochtone mannen lopen namelijk niet op hoge schoenen en de autochtone vrouwen niet op hoge hakken. Dat laatste geldt overigens ook voor de hier aanwezige allochtone vrouwen. Mijn schoenen steken overal boven uit gelukkig. In het begin van de middag zijn we terug in Bikaner waar we in ons hotel lunchen. Daarna moeten we ons al weer voorbereiden op onze volgende “move”, namelijk de reis met de nachttrein naar Chandigarh, en de paar uurtjes tot het vertrek blijven we dan ook in ons hotel. Lekker veel tijd om weer eens met de Powerbook te stoeien. Oh verdorie, ik moet ook nog even een fles water halen voor vannacht.

Onze chauffeur brengt ons naar het treinstation waar we afscheid van hem en zijn bijrijder nemen. Puran gaat met de bus terug naar Delhi en als ik vraag hoe ver dat is zegt hij; “About 500 km”. “So you are home tomorrow?” vraag ik. “Oh, no no, the roads in India are terrible, ik takes at least two days”. Ik neem in ieder geval afscheid van hem en zeg; “accept for two situatons I admire your driving style”. Hij begint te lachen en zegt, “Traffic in India is terrible, no rules at all”. Ik ben het volledig met hem eens. Bij het treinstation word onze bagage op een wagentje geladen dat met een omweg naar het perron word gebracht waar we onze trein kunnen verwachten. Het wagentje kan namelijk niet over de brug waar wij wel overheen kunnen. We zij aan de vroege kant en moeten daarom nog een klein uurtje wachten. Zoals op ieder station is er een levendige drukte van komende en vertrekkende reizigers waarvan wij vrijwel de enige buitenlan- ders zijn. Ik maak een foto van een in de raam van zijn kiosk slapende “exploitant van de inrichting” die blijkbaar de potentiële klanten negeert. Edward fotografeert twee mannen met tulband die, zie ik het goed, speren bij zich hebben die gelukkig in verticale richting worden gedragen. Je komt ook van alles tegen op zo’n Indiaas perron.

Na lang wachten komt de trein eindelijk het station binnen rijden en kunnen we instappen. Ik kom terecht in een wagongedeelte waar 'gelukkig' ook veel groepsleden plaats moeten nemen. Edward en partner Katrin, Jan Vermeulen en echtgenote Fenny, en last but not least Pim Noot en vriendin Lenie de Vos. Zij zitten (en straks slapen) in het
zespersoonsgedeelte van dit compartiment, Henk en ik hebben aan de overkant van het gangpad het smalle tweepersoonsgedeelte en dat betekend meer ruimte. André heeft de “pech” dat hij in het compartiment naast ons moet plaatsnemen, midden tussen de “inboorlingen”. Dat is niet denigrerend bedoeld maar het zal je maar gebeuren dat je tussen woestijnbewoners komt te zitten en te slapen (op de eerste verdieping). Hij gaat er manmoedig tussen zitten en probeert een gesprek aan te knopen met deze reizigers waaronder een vrouw. Maar ja, ze spreken natuurlijk alleen Indies of een dialect, misschien ook kameels, maar geen Engels. Laat staan Nederlands. Na een tijdje komt André dan ook weer bij ons zitten. Aan de overkant zit iedereen te lezen in een boek en ik volg dat voorbeeld door mijn op Schiphol gekochte boek over de Arabische lente (een ogengetuige verslag van Jan Eikelboom) uit de bagagetas te voorschijn te halen. Van lezen komt vooralsnog niet veel, er gebeurt te veel om me heen om me goed te kunnen concentreren. De overkant duikt om 21.00 uur al in de “veren” die tijdens deze nachtelijk rit alleen bestaan uit dekens (één per persoon). De schoenen gaan uit, de kleren blijven uiteraard aan. Andere Jan klimt naar de bovenste bedstee en hangt zijn schoenen daar aan aan een haak. Als iedereen ligt gaat het licht uit en word het gordijn aan de kant van het gangpad en die voor het raam dichtgeschoven. In tegenstelling tot de vorige nachttrein naar Varanasi en ook in tegenstelling tot zijn voornemen gaat Henk ook slapen en klimt naar de verdieping boven mij. Hij vind het veilig genoeg met al die nederlanders om hem heen en mij als niet slapende waakhond onder hem. Ik vind het eigelijk ook wel veilig om te gaan slapen maar besluit toch om wakker te blijven al was het maar omdat mijn gesnurk iedereen wel eens wakker zou kunnen houden. Ruzie met je reisgenoten moet je uiteraard zien te voorkomen. Ook André gaat onder zeil en moet daarvoor eerst aan de kant van het gangpad naar de eerste verdieping van zijn compartiment klimmen. Zijn schoenen en zijn bagage stopt hij veilig onder de bank waarop ik zit. Ik stop mijn bagagetas tussen een houten schot en de coupéwand en nadat ik mijn schoenen heb uitgedaan ga ik er tegen aan zitten/leunen. Het is niet echt comfortabel maar dat voorkomt dat ik per ongeluk toch in slaap val. In het weinige licht dat uit het instapportaal komt kan ik nog een beetje lezen maar dat blijkt erg vermoeiend en ik besluit om dan maar te gaan Powerbooken. Ik bewerk al vast wat foto’s en ga verder met mijn reisverslag totdat blijkt dat de batterijen op zijn. Gelukkig is er een stopcontact in ieder compartiment bedenk ik me. Dat stopcontact zit zelfs dicht bij me maar tot mijn frustratie krijg ik er geen stroom uit, zelfs met de reisstekker lukt het niet. De nachtelijke reis verloopt rustig, af en toe komen er mensen voorbij die zodanig kijken dat ik vermoed dat ze naar het toilet moeten en in de meeste gevallen hoor ik dat mijn vermoeden juist was. Ook komt er een conducteur langs die waarschijnlijk aan het controleren is of iedereen wel slaapt op de plek waar hij of zij volgens het treinkaartje recht op heeft. Ik kan niet inschatten hoe hij dat in het donker doet maar als het lukt dan heeft hij een wel heel bijzondere gave. Aan de overkant hoor ik weinig, er zijn geen hoorbare snurkers bij. Wel slapen sommigen onrustig want enkele dekens hangen veel te ver het gangpad in. Als ik de deken rechts op de tweede verdieping terug duw raak ik de voet van Lenie die blijkbaar niet tegen kietelen kan want ze begint slaapdronken te mopperen. Oeps, dat was niet de bedoeling. Na een paar uur klimt Henk ook naar beneden om een plasje te doen. Als hij terugkomt vraag ik hem om even te wachten zodat ik ook even naar het toilet kan. In het instapgedeelte zie ik twee militairen met een geweer de wacht houden, we naderen duidelijk de Pakistaanse grens. Om een uur of vier komt André uit zijn “bedstee” gekropen en zegt dat hij niet meer kan slapen. Hij gaat naast mij zitten en dat geeft mij weer de mogelijkheid om weer naar het toilet te gaan. We kletsen wat over (heilige) koetjes en kalfjes en ik vertel over wat er vannacht “allemaal” is gebeurd. Om zes uur ‘s morgens komen we aan in Chandigarh waar het nog donker is. Daar stappen we in een gecharterde bus met tulbandchauffeur die ons naar Amritshar zal brengen, onze laatste reisbestemming.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan

Jan Willem Molenveld

Actief sinds 27 Sept. 2011
Verslag gelezen: 1340
Totaal aantal bezoekers 47220

Voorgaande reizen:

18 Oktober 2011 - 13 November 2011

Een reis met Sawadee

Landen bezocht: